Wereldwijde wijnproductie daalt tot laagste peil in zowat 60 jaar
De wereldwijde wijnproductie zal dit jaar wellicht uitkomen op het laagste niveau in zestig jaar. Dat komt door schrale oogsten in het zuidelijk halfrond en slecht weer in Europa. Dat leren cijfers van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV).
Een en ander kan de branche die kampt met overschotten weer in evenwicht brengen.
Op basis van informatie uit 29 landen, samen goed voor 94 procent van de wereldwijde productie, wordt dit jaar tussen de 241,7 miljoen en 246,6 miljoen hectoliter wijn geproduceerd. Een hectoliter staat gelijk aan 133 wijnflessen. Dat is een daling van 7 procent in vergelijking met 2022. Het gaat om het laagste niveau sinds 1961.
In Australië, Argentinië, Chili, Zuid-Afrika en Brazilië valt de wijnproductie 10 tot 30 procent lager uit dan vorig jaar, voorspelt de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding. In Europa is de productie in Italië, Spanje en Griekenland hard geraakt door slechte weersomstandigheden, waaronder droogte. Het zou betekenen dat Italië niet langer de grootste wijnproducent ter wereld is, maar dat Frankrijk die plek voor het eerst in negen jaar inneemt. Italië zakt naar de tweede plaats. Daar is de productie met 12 procent gedaald.
In Frankrijk is de productie min of meer stabiel gebleven, al zijn er regionaal sterke verschillen. Bordeaux en zuidwestelijke regio's hebben te kampen gehad met de verspreiding van meeldauw, terwijl Languedoc-Roussillon is getroffen door hittegolven en droogte. Aan de andere kant worden er volgens de OIV "bijzonder hoge" volumes verwacht uit Corsica en de Cognac- en Champagne-streek.
Sommige landen doen het beter. In de Verenigde Staten, het vierde wijnland ter wereld, wordt naar verwachting 12 procent meer wijn geproduceerd dan vorig jaar.