Winetales - Een historiek van de wijnsymboliek

Geen drank, geen voedingsproduct, geen genotsmiddel spreekt zo tot de verbeelding als wijn. Gewone wijndrinkers kijken er van op, wijnliefhebbers zijn er door gebeten. Vele eeuwen menselijke beschaving gaven het vergiste druivensap een uitzonderlijke variatie aan betekenissen. Wijn werd zowel in de Egyptische, Griekse en Romeinse cultuur als in middeleeuws christelijke samenlevingen ervaren als een bijzondere drank vol symboliek. Deze inhoudelijke rijkdom prikkelt ook de hedendaagse mens. Met veel plezier slokt hij restanten van oeroude symbolen mee naar binnen.

Wijnliefhebbers doen niets liever dan praten en discussiëren bij een glas smakelijke wijn. De wijn stimuleert en kruidt de conversatie, ruimt remmingen op en verdiept het samenzijn. Wat geeft wijn die onverklaarbare aantrekkingskracht, die onovertrefbare magie die mensen op avontuur doet gaan naar steeds nieuwe proefervaringen, naar meer wijnkennis en naar meer kostbare momenten van gezellig samen drinken? Wijn houdt de mens al duizenden jaren bezig. Wijn komt voor in de grote verhalen van verbazend veel culturen en neemt een belangrijke plaats in hun dagelijkse gewoonten, rituelen en religie. Ondersteund door cultuurhistorische, sociologische en antropologische geschriften schets ik een aantal belangrijke scharniermomenten in de ontwikkelingsgeschiedenis van de wijnsymboliek. Dit helpt mij het hedendaagse beleven van de wijn en de discussies in de wijnwereld beter te begrijpen.

WIJN ALS OEROUD SYMBOOL VAN SOCIALE STATUS, CULTUUR EN RELIGIE

Wijn wordt al minstens 9000 jaar door mensen gemaakt. De vroegste aanwijzingen voor systematische viticultuur werden door archeologen aangetroffen in Transkaukasië, het huidige land van de Georgiërs en Armeniërs. Wijnbouw vond voor het eerst plaats in een periode waarin de meest geavanceerde culturen in Europa en het Nabije Oosten overschakelden van een nomadische op een sedentaire levenswijze. Dat is logisch, wijnstokken zijn moeilijk op trektocht mee te nemen. Het is onmogelijk te achterhalen welke rol wijn bij deze volkeren speelde gezien er geen schriftelijke bronnen bestaan die het navertellen. Vermoedelijk was niet zozeer de smaak maar wel het bedwelmende effect belangrijk. De eerste grote beschavingen die ons verslagen hebben nagelaten, getuigen over drie belangrijke betekenissen van wijn en wijnbouw: wijn als symbool van sociale status, wijn als symbool van de eigen prestigieuze cultuur en wijn als religieus symbool.

Elitair product in Egypte en Griekenland

De oudste talige overleveringen van de Egyptenaren tonen hoe wijn reeds 3000 jaar voor Christus een bijzondere culturele inbedding kende. Archeoloog Howard Carter ontdekte rond de gouden mummie van de negentienjarige farao Toetanchamon verschillende wijnamforen met daarop gegraveerd de naam van de wijnbouwer, een herkomstbenaming en de ouderdom van de wijn. Ongelofelijk hoe wijn in 1323 voor Christus reeds ingedeeld werd naar zijn locatie, zijn maker en zijn rijping! Hoewel Egypte aanvankelijk geen of weinig wijngaarden bezat, kreeg wijn er ongewoon veel aandacht. Egyptenaren behandelden de uit Mesopotamië (huidig Irak en omstreken) afkomstige wijn als een uiterst nobele drank en wijnexperts legden eigen wijngaarden aan in de delta van de Nijl. Hiërogliefen geven aan dat wijn in Egypte bestemd was voor het koninklijke paleis, voor hogere ambtenaren en priesters en voor feestelijke en ceremoniële aangelegenheden. De lagere klassen in deze maatschappij, mensen zonder status, dronken bier. Graan, daar hadden ze in Egypte schuren vol van.

De Feniciërs, notoire zeevaarders en handelaars, brachten hun roemrijke wijnstok naar de Middellandse Zee. Pas in Griekenland kwam wijnbouw helemaal tot bloei. Wijn was binnen de antieke Griekse wereld hét cultuurproduct bij uitstek. Wijn verbouwen vergde kennis, kunde en traditie. De Grieken dachten de geheimen van de wijnbouw en de vinificatie als geen ander volk te beheersen. De uiterst lucratieve verhandeling van wijn stond symbool voor de verspreiding van hun beschaving. Barbaren aten alleen minderwaardige natuurproducten zoals fruit, rauw vlees en melk. Op de tafel van de gestelde Griekse burger verschenen getransformeerde cultuurproducten zoals wijn en brood. Oudere burgers filosofeerden er lustig op los terwijl hun bekers wijn geregeld doch met mate werden bijgeschonken. Deze bijeenkomsten werden symposia genoemd; symposium betekent letterlijk samen drinken. De Grieken verspreidden het prestige van de wijn over hun kolonies en brachten de wijnstok naar Sicilië en Zuid-Italië. Deze streek werd Oenotria genoemd, het land van de op staken opgebonden wijnranken.

Prestigieuze wijngaarden in het Romeinse Rijk

De verspreiding van de wijnbouw werd onversaagd verdergezet door de Romeinen. Ook voor hen was meesterschap in het maken van wijn een teken van superioriteit ten overstaan van andere volkeren. Het aanplanten van wijngaarden in Romeinse kolonies had niet als enig doel het verschaffen van hygiënisch veilige drank aan soldaten. Net als de grote Romeinse villa’s met sauna’s en zwembaden waren netjes aangelegde en onderhouden wijngaarden een teken van culturele vooruitgang. De eerste teksten over wijnbouw werden geschreven, zoals passages in het boek De agri cultura van Cato de Oude uit de 2e eeuw voor Christus tonen. Er ontstonden befaamde wijnen zoals de Falernische wijn uit Campanië en wijnen werden jarenlang gerijpt om aan kwaliteit te winnen. Franse wijngebieden zoals Bourgogne, Loire, Elzas en Champagne vonden binnen Romeinse context hun oorsprong.

Het drinken van wijn was in Griekenland en Rome gebonden aan duidelijke regels en gebruiken. Het obligate aanlengen van wijn met water, vaak zeewater, is een voorbeeld. Burgers moesten afleren om zich aan onstuimige lichamelijke aandriften over te geven. Mensen die de geraffineerde regels van het wijndrinken niet volgden of dronkenschap hoog in het vaandel hadden staan, werden voor barbaren aanzien. Een geëigende omgang met wijn was het toonbeeld van culturele rijkdom en van verfijnde sociaal-hiërarchische structuur. Wijn stond symbool voor goede smaak en voor sociaal succes. Alleen de bovenste lagen van de bevolking dronken regelmatig wijn. Straks zullen we zien dat er ook andere tendensen in de Griekse en Romeinse maatschappij aanwezig waren, onderhuidse bewegingen die niet bang waren van dronkenschap en die de gevestigde orde dreigden onderuit te halen.

Religieus symbool in de oudste culturen

Het prestige van de wijn in de Mesopotamische, Egyptische en mediterrane culturen was onmogelijk zonder de inbreng van religie. Al zeer vroeg in de geschiedenis werd wijn door mensen gepercipieerd als een drank met mystieke betekenis. De vegetatieve cyclus van de wijnstok en vooral de transformatie van druivensap in bedwelmende en geestrijke drank (spirit) hebben mensen altijd geboeid en verwonderd. Zo’n weldadige drank moest wel iets goddelijks in zich hebben. Dronkenschap, niet onbelangrijk, was binnen bepaalde primitieve religies een middel om het profane te verlaten en zich een weg te banen naar de sacrale kosmos. Vele oude culturen zoals die van de Feniciërs maar ook kleinere beschavingen hadden een god of goden die gerelateerd werden aan de wijn. Wijn was onder andere symbool van jeugdigheid, van eeuwig leven en van verrijzenis. Binnen de Egyptische Isiscultus stond wijn symbool voor het bloed van Osiris. Osiris was de god van de wederopstanding en de vruchtbaarheid, van de maan en de overstromingen en heerser over het rijk van de doden. De verwijzing naar Osiris verklaart de aanwezigheid van wijn in Egyptische graven. Wijn speelde daarenboven een belangrijke rol bij overgangsrituelen en diende als plengoffer aan de goden.

In de ontwikkeling van de grote religies merkt men een steeds grotere beteugeling van dronkenschap. Dit was in Egypte al zo en zeker in de monotheïstisch godsdiensten werd het zoeken van bedwelming sterk afgekeurd. Deze religies vervoegden, elk op hun manier, de restrictieve moraal van de Grieken en de Romeinen. Mystici gebruikten het overvloedig drinken van wijn als een metafoor voor vervuld zijn met geest en voor versmelting met het goddelijk wezen. Effectief wijndrinken was niet noodzakelijk, zo werd geschreven.

Bijzonder interessant is de ambivalente houding die men steeds opnieuw terugvindt wanneer het over wijn gaat. Wijn leidt zowel tot plezier, vreugde en creativiteit als, in grote hoeveelheden, tot baldadigheid, seksuele uitspatting en agressie. Wijn symboliseert het hoogste maar tevens ook het laagste in de mens. Deze fascinerende tegenstelling werd bij de Grieken op een magnifieke manier uitvergroot in hun kleurrijke mythes en godenwereld.

Dionysus en Bacchus bedreigen de gevestigde orde

Dionysos is ongetwijfeld de meest tot de verbeelding sprekende god uit de wijngeschiedenis. In de oorspronkelijke Griekse mythologie was Dionysos de god van de vruchtbaarheid, maar in de loop van vele decennia Griekse cultuur ontwikkelde hij zich tot een waarlijke god van de wijn. Een hele cultus ontwikkelde zich rond dit mysterieuze personage. Dionysos was niet alleen god van de wijn maar ook god van de waanzin en god van de extase. Hij symboliseerde alles wat chaotisch, gevaarlijk en onverwacht is; alles wat ontsnapt aan menselijke rede. Zuchtig naar versmelting met hun geliefde god brachten de volgelingen van Dionysos zichzelf met wijn, muziek en dans in extase. Boeiend is dat wijn binnen de Dionysische beweging een betekenis krijgt die haaks staat op de betekenis die hij heeft voor de gevestigde orde. Wijndrinken is hier niet meer onderhevig aan sociale stand of aan disciplinering. Wijndrinken is zich overleveren aan bedwelming, versmelting en seks. Wijn is symbool voor drift, genot en emotie.

De Duitse filosoof Nietzsche argumenteert dat de Griekse cultuur doortrokken was van twee tegengestelde principes, dat van Dionysos en dat van Apollo. Vanuit de spanning tussen deze principes ziet hij het Griekse theater ontstaan. De god Apollo staat voor alles wat individualiteit bezit en vorm of structuur heeft. Het rationele denken en de beeldhouwkunst zijn daar voorbeelden van. Ook de strikte moraal rond dronkenschap is Apollinisch. Dionysos staat voor alles wat individualiteit naar beneden haalt. Voorbeelden zijn muziek, dronkenschap, extase en seksuele gemeenschap. Om de populaire en daarom bedreigende Dionysische bewegingen binnen de maatschappij aan banden te leggen werden er na verloop van tijd officiële Dionysische festiviteiten georganiseerd. In hartje Athene werd een theater gebouwd waar de staat het nodige toezicht hield op de oude Dionysische rituelen.

Na de Grieken toonden ook de Romeinen een dubbele houding ten aanzien van de verering van Dionysus. Dionysus werd in Rome Bacchus genoemd, zijn feesten Bacchanalia. Eerst verboden, daarna gedoogd en uiteindelijk deel van de cultuur. Bacchus als god van de wijn en van het feest groeide uit tot god van de verlossing en tot god van de onderwereld die macht had over leven, dood en onsterfelijkheid.

DE INVLOED VAN DE MONOTHEÏSTISCHE RELIGIES

Zo verging het ook de christenen in Rome: eerst verboden, daarna gedoogd en vervolgens integraal deel van de Romeinse cultuur. Historici hebben zich gebogen over de parallellen tussen Dionysus en de God van de christenen. Beiden zijn goden van de verlossing en hun volgelingen aten in het grootste geheim het lichaam van hun god (brood) en dronken ook zijn bloed (wijn). De betekenis van de christelijke eucharistie week echter af van het oude ritueel. Het breken van het brood en het drinken van de wijn dienen begrepen tegen de achtergrond van de joodse traditie. Wijn begeleidt de rituelen van de joden als een symbool van zuiverende transformatie en van voltooid leven. Het genot is nooit, zoals bij Dionysus, een doel op zichzelf. De christelijke theoloog Thomas van Aquino schreef dat de geestelijke vreugde van de eucharistie weerspiegeld en versterkt wordt in het genot van het drinken van wijn. De derde grote monotheïstische godsdienst, de Islam, zal zelfs de gematigde vormen van dit genieten streng verbieden. Alcohol is een duivelse drank die de mens alleen maar afleidt van het goede pad. De islamiet mag zich verheugen op rivieren vol wijn in het hiernamaals. Een verboden vrucht blijft een zeer aantrekkelijke en sommige islamieten lieten niet na om achter de gesloten deuren van hun paleizen al vooruit te lopen op hun volgende leven.

Christendom, de sacrale wijn en het ontstaan van het terroir

Het Christendom zal van wijn voor het eerst in de geschiedenis een uitgesproken sacrale drank maken. Dit betekent dat wijn niet alleen een symbool is voor het bloed van Christus; neen, wijn ís het bloed van Christus, zoals brood het lichaam van Christus ís. De communie met brood en wijn houdt in dat de christenen daadwerkelijk verbonden worden met het lichaam en bloed van Christus. De communie is immers een gewijde handeling waardoor God in een materiële gedaante tot de mens komt. Wijn is daarmee als symbolische drank een essentieel en onvervangbaar deel van de christelijke rituelen. Als deel van haar evangelisering zal de Kerk de wijnbouw, ook in moeilijke omstandigheden, in stand houden, perfectioneren en wereldwijd verspreiden.

Door zijn sacrale betekenis vergde wijnbouw uitzonderlijke aandacht. Clerici hebben er alles aan gedaan om de kwaliteit van de drank tot aanvaardbaar niveau op te tillen. In dit proces ontwikkelden kloosters en abdijen de uiterst belangrijke notie van terroir. Ze namen ruimschoots de tijd om de meest geschikte gronden en de meest ideale microklimaten voor wijnbouw te zoeken. Zo lieten zij het sacrale van de wijn afstralen op de lapjes grond waarin de wijnstokken wortelden. Magische wijngaarden vonden hierdoor hun ontstaan, de climats en de crus die wijnstreken zoals Bourgogne, Champagne en Bordeaux later wereldwijd roem zouden geven. De uitzonderlijke religieuze betekenis zorgde er mede voor dat wijn één van de twee meest prestigieuze luxewaren in het middeleeuws Noord-Europa werd. De tweede was wol. Vlaanderen werd voor beide een belangrijk handelscentrum. Alleen bijzondere mensen zoals koningen, prinsen, clerici en edellieden konden deze drank dagdagelijks genieten. De gewone mens moest het stellen met bier of in het hoogste geval met minderwaardige en zure wijn.

BETEKENISVERSCHUIVINGEN TIJDENS DE VERLICHTING

Wat gebeurde met de symboliek van de wijn op het moment dat de Kerk haar greep op de maatschappij verloor en plaats ruimde voor een kritische en wetenschappelijke benadering van de realiteit? De Verlichting startte in de 17e eeuw en was een uiterst belangrijk kantelmoment in de Westerse beschaving. Deze culturele beweging kenmerkte zich door streefdoelen als individualisering, emancipatie, feminisme, secularisatie en globalisatie. Wat zijn de effecten van de Verlichting op de symboliek van wijn? Ik concentreer me op Frankrijk, het meest invloedrijke wijnland ter wereld. Men kan de oefening ook maken voor andere landen. De betekenis van wijn zal in Frankrijk drastisch veranderen in de periode van de Franse Revolutie. Daarna zullen de Fransen de grondslagen van de wetenschappelijke en technologische benadering van wijnbouw leggen. De betekenis van wijn zal na deze omwentelingen nooit meer helemaal dezelfde zijn.

De Franse Revolutie en de democratisering van de wijn

Na de Middeleeuwen bleef goede wijn in Frankrijk, net zoals in onze contreien, een luxeproduct gereserveerd voor mensen van stand. De Engelse en Nederlandse aristocratieën en hun machtige handelsvloot speelden een belangrijke rol in het prestige en economisch succes van streken als Bordeaux en Champagne. De machtigen der aarde werden verleid door schepen vol Franse wijnen. Handelaars wakkerden de verbetering van de kwaliteit aan, suggereerden technische innovaties en de prijzen stegen. De Angelsaksische filosoof John Locke (17e eeuw) verwonderde zich over die ‘vreemde waanzin die maakt dat wijnen goed worden bevonden precies omdat ze duur zijn’. Het hedendaagse adagium dat wil dat dure wijn de betere wijn is, geldt blijkbaar al langer dan we denken.

Pas na de Franse Revolutie (1789) werd wijn officieel ‘un boisson égalitaire, républicaine et patriotique’. De enorme bezittingen van de Kerk waaronder uitgestrekte wijngaarden, werden onteigend en openbaar verkocht. Wijn verspreidde zich meer dan voordien over alle lagen van de bevolking. De vraag steeg gigantisch, productie en aanbod volgden. Een volwassene dronk gemiddeld één liter wijn per dag. Belangrijk is dat wijn door de Franse Revolutie definitief werd losgerukt uit haar religieuze context en, minstens ten dele, ook uit haar elitaire context. Vanaf nu was het aan de lokale Franse wijnbouwers om de wijnbouw verder te ontwikkelen. Wijn ging langzaamaan deel uitmaken van de identiteit en de nationale trots van de Fransman en van zijn imago in het buitenland (samen met de baguette en de camembert). Franse wijn stond symbool voor de wijn zoals die moest zijn.

Wijn als symbool van de Franse identiteit en haar crisis

Het ontstaan van de kwaliteitswijn en van de grote wijnen zoals we ze nu kennen laat zich volgens de Franse wijnprofessor Emile Peynaud pas op het einde van de 17e eeuw en in de 18de eeuw situeren. Dit is de periode waarin de mens begon te geloven in de meet- en beheersbaarheid van de dingen. Men slaagde er met regelmaat in goede tanninerijke bewaarwijnen te maken en vond het juiste eikenhout voor de barriques. Wijnfles en kurk verschenen op het toneel. Wijnbouwers dachten na over de regionale wijnstijl, pasten hun technieken aan in functie van specifieke vragen van cliënteel en classificaties van kwaliteitsvolle wijn begonnen te circuleren. De beroemde Bordeauxclassificatie van 1855 werd gemaakt ter ere van de Wereldtentoonstelling van dat jaar in Parijs met de bedoeling het prestige van Frankrijk kracht bij te zetten. Grand Cru wijn werd een symbool van de verfijnde en gediversifieerde Franse cultuur. De innige band met de religie was verbroken, de band met cultuur en met de pas opbloeiende Franse gastronomie werd des te groter. Frankrijk creëerde een eigen cultus van proeven en wijn beoordelen, vond het appellatiesysteem uit en kroonde eigen wijnen tot de beste van de wereld.

Dit Franse model kwam de laatste decennia onder druk te staan van toenemende buitenlandse invloeden. Exotische landen zoals Australië en Chili vormden hun eigen ideeën van goede wijn, stelden de Franse cultus in vraag en experimenteerden met nieuwe wijnbouw- en vinificatietechnieken. Deze ‘invasie van de barbaren’ zorgde voor een identiteitscrisis in de Franse wijnbouw. Goedkope Nieuwe Wereldwijnen bedreigden de slabakkende interne wijnmarkt met toegankelijke zacht-fruitige smaken. Sociale onrust, betogingen en zelfs terroristische aanslagen door wijncommando’s waren het gevolg. Na de secularisatie van de maatschappij en de desacralisatie van de wijn dreigde nu ook de globalisatie van de wijnbouw de centrale symbolische betekenissen van wijn als cultuur en traditie onderuit te halen. Een goede wijn, zelfs een dure topwijn moet niet meer per se uit een traditioneel wijnland komen. Zoals televisiekijkers zappen, zo schakelen hedendaagse wijndrinkers van Franse wijn over naar Chileense wijn en gaan vervolgens weer naar iets Zuid-Afrikaans.

Wijn als object van de wetenschap

De grootste vooruitgang in de kwaliteit van de wijn is te danken aan het ontstaan van de scheikunde en aan de oenologie als wijnbouwtechnische wetenschap. De Franse wetenschapper Pasteur vond in de 19e eeuw de sleutel tot de wereld van eencellige micro-organismen als gisten, bacteriën en schimmels. Hij plaatste de biologische processen voor, tijdens en na de vinificatie binnen een rationeel denkkader. Hierdoor werden gerichte interventies mogelijk. De hoeveelheid vluchtige zuren (bacteriële infectie, oxidatie) en groene, bittere tannine (onrijpe oogst, gebrekkige vinificatie) in de toenmalige Bordeauxwijnen daalden door het advies van oenologen drastisch en op korte tijd. Dit vernieuwingsproces verliep niet zonder slag of stoot. Wijnbouwers waren kritisch, zelfs vijandig ten aanzien van deze ontwikkeling: “Pas de blouses blanches dans nos chais!"

Maar de invloed van de wetenschap op de Franse wijncultuur was niet meer te stoppen. Terroir, het kernbegrip en de identiteit van de Franse wijnbouw, werd kritisch onder de loep genomen en gedesacraliseerd. De oenologie is grotendeels geïntegreerd binnen de hedendaagse wijnbouw, al blijven hier en daar nog spanningen bestaan. Wijn heeft voor een scheikundige geen symbolische betekenis. Wijn is een geheel van chemische stoffen en processen, niets meer en niets minder. Wetenschappers zoeken uit welke stoffen een weldadige invloed kunnen hebben op ons lichaam en versterken daarmee een oude medische symboliek van wijn, die van heling en gezondheid. Het vaak reductionistische karakter van de wetenschap roept echter ook protestreacties op. Begrijpelijk, wijn is veel meer dan chemische substantie!

EEN AFBROKKELING VAN DE TRADITIONELE SYMBOLIEK IN DE MODERNE TIJDEN?

De desacralisering en democratisering van de wijn zetten zich de laatste decennia stelselmatig door. In alle klassen van de Westerse maatschappij wordt zonder schroom een glaasje wijn gedronken. De grootwarenhuizen en de grootschalige wijnindustrie hebben in dit proces van egalisering een niet te onderschatten aandeel. Doen bag-in-box, schroefdop en blik het verschil verdwijnen tussen de edele drank die wijn altijd is geweest en andere minder edele producten zoals Redbull? Is er van de symboliek van wijn dan niets meer overgebleven? Men merkt maatschappelijk nogal wat reactie tegen het behandelen van wijn als een banale en door industrie vervaardigde drank. Hoe langer hoe meer zien we de oude symbolische betekenissen opnieuw verschijnen, weliswaar in een ander kleedje. Ze worden aangevuld met nieuwe tijdsgebonden betekenissen zoals aandacht voor de natuur en zorg voor het milieu. Wijn blijft, zoals ik zal tonen, een symbolisch product met een zekere identiteit, met het nodige prestige en met een aantrekkelijke magische allure. De belangrijkste symbolische invulling van wijn is tegenwoordig die van kameraadschappelijk plezier, festiviteit, een lekkere maaltijd en romantiek.

Symbool van gastronomie, convivialité en feest

Wijn verloor in de jaren 60 zijn plaats als dagdagelijkse tafeldrank. De Fransen kozen ervoor om minder maar beter te gaan drinken. Wijn stond bij hen steeds meer symbool voor feest en convivialité, een moeilijk te vertalen woord waarmee ze een gezellig amicaal onderonsje bedoelen. Het kiezen van een lekkere wijn voor een familiefeest of het opentrekken van een flesje onder vrienden tekent het bijzondere van dat moment. De smaakkwaliteit van de wijn kwam in dit alles steeds centraler te staan. Wijnliefhebbers, wijnkenners en wijncursussen schoten als paddenstoelen uit de grond. Wijn drinkt men niet zomaar, wijn proeft men. Niet uit een waterglas maar uit een wijnglas. Wijn wordt gewalst, gewikt en gewogen en iedereen mag meedoen. Een uitstekende wijn staat ook symbool voor een uitstekende maaltijd. Weinigen weten dat de beleving van wijn als ongedwongen plezierdrank werd aangewakkerd door vrouwen.

Invloed van de vrouw op de wijnsymboliek

Vrouwen hebben in de geschiedenis van de wijn een beperkte rol. Zelfs in het begin van de 20e eeuw bestonden nog taboes op het drinken van wijn door vrouwen, vooral in de landen rond de Middellandse Zee. Vrouwen dronken geen wijn omdat ze mogelijks zwanger konden zijn. De vermenging van sacrale wijn en bloed kon in de ogen van de mensen alleen maar uitmonden in de geboorte van een gedrocht. Het taboe op wijndrinken had ook te maken met de menstruatie. Wijn werd zo onverenigbaar geacht met het ‘bezoedelde bloed’ van de menstruatie dat vrouwen uit de buurt van gistingsvaten moesten blijven. De fermentatie zou kunnen ontsporen. Ook het bedwelmende effect van wijn vond men niet passen bij respectabele dames. Bedwelming bij vrouwen werd geassocieerd met lichte zeden en prostitutie. Dit verband bestond ook al in de Oudheid. Romeinen waren niet mals voor wijndrinkende vrouwen. Cato de Oude geeft de mannen van Rome het volgende advies mee: “Als je je echtgenote betrapt op wijndrinken, dood haar dan!”

Altijd zijn er vrouwen geweest, kunstenaressen, schrijvers, intellectuelen, karakters die zich door wijn te drinken hebben verzet tegen de regels van een door mannen gedomineerde samenleving. Wijndrinken was, zoals ook roken later, een teken van vrouwelijke emancipatie. Vergeten we niet dat de deelnemers aan de eerste geheime Bacchanalia in Rome uitsluitend vrouwen waren. De Franse socioloog Jean-Pierre Corbeau meent dat de maatschappelijke veranderingen die van reproductieve vrouwen productieve vrouwen maakten in de jaren 70 mee aan de basis lagen van de publieke toegang van de vrouw tot de wereld van de wijn. Vrouwen waardeerden wijn op een andere manier dan mannen. De persoonlijke smaak, de emotie werd veel belangrijker geacht. Zachtere, fruitigere en lichtere wijnen werden populair. Vrouwen maakten van wijn een drank van plezier zonder al te veel poeha. Wijn werd in de eerste plaats symbool van pret, van liefde en van affectie, de uitgelezen drank voor romantische etentjes. Maar wat rest er in de moderne maatschappij nog van wijn als symbool van cultuur, van prestige en van religie?

Hedendaags symbool van cultuur en identiteit

Hoe meer de markt door massawijnen overspoeld wordt, hoe groter de aandacht bij de consument voor identiteit. Mensen horen graag een verhaal als het over wijn gaat, een verhaal over wijnbouwtraditie, over een bijzondere wijngaard, over een eigenwijze wijnbouwer. Nogal wat mensen zijn op zoek naar iets typisch in de wijn, iets authentieks, iets dat de ene wijn doet verschillen van de andere. Nieuwe wereldlanden vermelden alsmaar meer specifieke subregio’s of wijngaarden (single vineyards) op hun etiketten en maken hedendaagse globetrotters nieuwsgierig. Hoe interessanter het verhaal, hoe lekkerder de wijn. Beroemde namen zoals Bordeaux, Bourgondië en Champagne blijven hun oude faam behouden maar als kwaliteitsproducten staan ze niet meer alleen op de wereld.

Vreemde landen, binnenkort ook Aziatische, pakken trots uit met wijnen in een eigen stijl en liefst met eigen druivenrassen. Samen met de traditionele wijnlanden strijden ze in wijnwedstrijden om de hoogste punten. Het principe van de Franse Appellation d’Origine Controlée, het verbinden van wijn met eigen streek en eigen terroir, breidt zich uit over de ganse Europese Gemeenschap en ook in andere wijnlanden ziet men steeds gedetailleerder indelingen van wijnstreken. Wijn blijft symbool van cultuur maar wijnculturen en hun subculturen zijn talrijker dan vroeger. Het belangrijkste verschil met vroeger lijkt me te zijn dat hedendaagse mensen traditie en identiteit sterker gekoppeld willen zien aan goede kwaliteit. Daarnaast zijn er veel anonieme bulkwijnen. Die zijn er altijd geweest en die zullen er altijd blijven. Mijn inziens geen slechte zaak want ze beschermen de wijn tegen elitarisme en al te veel drukdoenerij.

Symbool van sociale status in onze maatschappij

Sociologe Isabelle Saule meent dat de democratisering van de wijn een verschuiving teweegbracht in de betekenis van wijn als statussymbool. Kwaliteitswijn drinken alleen is niet meer genoeg om zich maatschappelijk te onderscheiden van andere lagen. Dat kan wel door de aanschaf van exclusieve en peperdure wijnen. Beroemde wijndomeinen deinzen er niet voor terug om dit sociale mechanisme uit te buiten en hun prijzen tot ongeziene hoogte op te drijven. Ook het aankopen van de duurste bewaringsinstallatie, het bijhouden van gespecialiseerde wijnliteratuur (of vooral de indruk wekken dat men dit doet), het volgen van dure masterclasses en het etaleren van wijnkennis helpen een bepaalde elite om zich te onderscheiden van het plebs. De Amerikaanse socioloog Thorstein Veblen noemt dit ‘conspicuous consumption’. Dit betekent dat mensen (bij Veblen waren dit nouveaux riches) geld uitgeven aan wijn om bij anderen in het oog te springen (conspicuous) en hun sociale status duidelijk te maken.

De uitstraling van de Franse topwijnen is nog nooit zo groot geweest als vandaag. Aziatische magnaten kopen de beste wijnen en recent ook de beste wijngaarden om hun prestige luister bij te zetten. Ook minder gefortuneerde mensen willen bij sociale gebeurtenissen niet afgaan met hun wijn. Een niet onaanzienlijk deel van hen vindt het daarom veiliger om wijn van prestigieuze afkomst te kopen. Als de wijn tegenvalt dan is dat immers te wijten aan het Château en niet aan de gastheer of gastvrouw. Wijn als symbool van sociale status bestaat nog steeds en is zelfs doorgedrongen tot bredere lagen van de maatschappij.

Spiritueel symbool in de wereld van nu

Wijn wordt nauwelijks nog ervaren als een symbool van religieuze cultus. Niet meer de goden maar de wijn zelf is vandaag voorwerp van cultus geworden. Wijnconnaisseurs en wijncritici functioneren als hogepriesters. Als een initiatieritueel introduceren wijnproeverijen en wijncursussen de mensen in de geheime wereld van de wijn, een bijzondere wereld met eigen codes, eigen woordenschat en eigen gebruiken. Novices doorlopen in respectabele wijncommanderijen een leerproces vooraleer ze met het nodige trompettengeschal als volwaardig lid worden aanvaard. Eenmaal doorgedrongen tot de kring van de wijnkenner wordt de geur van een wijn een neus en de nasmaak een afdronk. Het glas houd je vast aan de voet of aan het steeltje; alleen barbaren doen het anders.

De oude spirituele symboliek is niet volledig uit de wijn verdwenen. Biodynamische wijnboeren stemmen hun wijnbouw af op de stand van de planeten en worden bredere kosmische verbanden gewaar die de groei van hun druiven en de fermentatie beïnvloeden. Samen met de biologische strekkingen in de wijnbouw geeft de biodynamie naar mijn gevoel uitdrukking aan een hedendaagse vorm van spiritualiteit waarin de mens zich verbindt met de natuur en de kosmos. Wijn is een symbool van helende verbondenheid met onze natuurlijke omgeving. De mens is er om het spontane proces van druif naar wijn te begeleiden met zo weinig mogelijk interventies. Wijn is voor veel mensen een authentiek natuurproduct geworden, hoewel wijn strikt genomen geen natuurproduct is (Van Dale: voortbrengsel van de natuur). Deze betekenis van wijn kwam in de geschiedenis nooit als dusdanig voor. Wijn werd juist beroemd als cultuurproduct, product van kennis en vinificatiekunde. De confrontatie met de duistere zijde van de technologische vooruitgang is niet vreemd aan deze betekenisverschuiving. De biologische bewegingen binnen de wijnbouw verzetten zich met hand en tand tegen het nefast gebruik van kunstmest en pesticiden in ondertussen levenloos geworden wijngaarden.

ALS DE SYMBOLIEK VAN WIJN OP HET SPEL STAAT

Symbolen kenmerken zich door meerdere lagen van betekenis. Ze openen een ongrijpbare wereld en doen die wereld in alle levendigheid vibreren. Dat roept de nodige emoties op. Veel hedendaagse discussies in de wijnwereld zijn volgens mij te begrijpen als pogingen om de symbolische uitstraling van wijn te verdedigen, in stand te houden en uit te breiden: het pleidooi voor milieuvriendelijke wijnen, de hang naar traditionele vinificatiemethodes, de zucht naar authentieke en natuurlijke wijnen, de zoektocht naar minder bekende lokale druivenrassen, het protest tegen toegevoegd sulfiet, het wantrouwen tegenover technologische innovatie en de kritiek op industrieel vervaardigde massaproducten. Deze bewegingen worden door gepassioneerde wijnliefhebbers in gang gestoken en een breder publiek wordt er via de media in meegesleept.

Veel heisa rond een simpel alcoholisch drankje zullen sommigen zeggen. Dat is hun volste recht maar men kan er met evenveel recht, en in lijn met de geschiedenis, anders over denken.

 

BRONNEN

Amine, A. & Lacoeuilhe, J. (2007). Les pratiques de consommation du vin : rôle des représentations et des situations de consommation. Actes du XXIII Congrès International de l’ALM, 31 mei-1 juni 2007.
Aron, L. (1999). Du vin du culte au culte du vin: évolution de la pensée “magique” du vin, Journal International des Sciences de la Vigne et du Vin, 33(3), 45-51.
Bonnet, J. (1979). Vigne-femme, vin-homme. Revue des Sciences Sociales, 8, 207-218.
Corbeau J. (2004). Réflexions sociologiques « en vrac » sur le vin. Anthropology of food, http://aof.revues.org/243
Garrier, G. (1998). Histoire sociale et culturelle du vin. Larousse : Parijs.
Johnson, H. (1989). The story of wine. Octopus Publishing Group: Londen.
Nietzsche, F. W. (1886). Die Geburt die Tragödie. Echo library: Teddington
Peynaud, É. (1996). Le vin et les jours. Éditions Payot & Rivages: Lausanne.
Saulle L. (2006). La richesse symbolique du vin peut-elle se passer de consommateurs? Vin et consommation: un pont à (re)construire. Colloque VDQS Oenométrie XIII, Bordeaux, 26-27 mei 2006.
Veblen, T.B. (1899). The theory of the Leisure Class. An Economic Study of Institutions. Macmillan Publishers: Londen.