WineTales - De wijnbouw keert terug naar de natuur

De technologische revolutie in de 20e eeuw veranderde de praktijken in de wijnbouw indringend. De moderne cave wemelt van industrieel vervaardigde gisten, smaak- en kleurstabilisatoren, gesofisticeerde enzymencoctails en ingenieuze chemische snufjes om afwijkingen in de wijn te corrigeren. Wijnkelders van grote bedrijven lijken wel fabrieken. In de wijngaard behoren kunstmest en synthetische pesticiden tot de dagelijkse praktijk.

Deze biotechnologische producten komen niet voor in de geromantiseerde verhalen van château’s en artisanale wijndomeinen. Evenmin als ingrijpende oenologische technieken zoals omgekeerde osmose (het kunstmatig water of alcohol uit de wijn halen), flash détente (het opwarmen van de most tot 90° om smaak en kleur te onttrekken), nanofiltering (een manier om geoxideerde wijn schoon te filteren) en het gebruik van aromatische houtschilfers met smaken naar keuze (koffie, vanille, rook). Bio-organisaties en biolabels bepleiten een terugkeer naar de natuur. Maar wat kan dat precies betekenen?

De effecten van een ontspoorde agrarische technologie op de natuur zijn beschamend. Bodemanalyses geven aan dat het ondergrondse organische leven in de meeste Franse wijngaarden volledig is verdwenen. Het overmatig gebruik van kunstmest verstoort de normale groeimechanismen van de wijnstokken en vervuilt het grondwater en de rivieren. De schimmels in de wijngaard worden resistent tegen fungiciden en insecticiden doden niet alleen schadelijke maar ook nuttige insecten. Waardevolle gistculturen die graag op de pel van de druiven gedijen, sterven geleidelijk aan uit. Het telen van gezonde druiven is onmogelijk in een wijngaard die van chemicaliën doordrongen is.

Zonder goede druiven geen goede wijn

In de wijnkelder worden de belabberde en door mechanisch plukken gekwetste druiven gekneusd tot een gebrekkige en snel oxiderende druivenmost. De oenoloog beschermt en corrigeert de most met chemische middelen en voegt geselecteerde gisten toe die deze chemische behandeling kunnen overleven. Omgevingsgisten die in de wijngaard of in de cave leven, worden door de wijnindustrie geschuwd omdat ze onvoorspelbaar zijn. Een strenge technologische sturing van het vinificatieproces leidt gemakkelijker (maar niet noodzakelijk) tot gestandaardiseerde wijnen, wijnen die wel correct zijn maar ook zielloos en saai.  Goede wijnbouw begint in de wijngaard. Een gezonde druivenmost heeft weinig chemische bijsturing nodig. De resulterende wijnen hebben over het algemeen meer karakter en omgevingsgisten kunnen zorgen voor meer diverse en originele smaken. Spijtig genoeg geven sommige wilde gisten ook kwalijke geuren en smaken aan de wijn. Wijnbouwers die werken met deze gisten moeten vermijden dat slechte gisten de overhand krijgen tijdens de gisting.

De wildgroei aan natuurvriendelijke wijnen

Er is een groeiend verzet tegen wijnbouw die de natuur beschadigt. Biolabels schieten als paddenstoelen uit de grond. De groene icoontjes trekken in de wijnrekken steeds meer aandacht maar wat ze precies betekenen, is veeleer een mysterie. Er zijn labels voor strikte biologische wijnbouw (AB, Nature et Progrès, FNIVAB, Renaissance des appellations) en labels voor ecologische wijnbouw (Terra Vitis). Er bestaan certificaten voor duurzame wijnbouw (Certified California Sustainable Winegrowing) en er zijn certificaten voor biodynamische wijnbouw, dit is biologische wijnbouw volgens de leer van Rudolf Steiner (Demeter, Biodyvin). Sommige labels zijn publiek (AB), andere zijn privé (Demeter). Gemeenschappelijk aan de biolabels is het respect voor de natuur. Maar er zijn veel manieren om de natuur te respecteren. De eisen van de diverse organisaties overlappen maar er zijn ook accenten en verschillen.

Biologische wijnbouw én sedert 2012 ook biologische wijnen

De biologische wijnbouw past in de eerste plaats een mouw aan de nefaste neveneffecten van synthetische producten in de wijngaard. Het gebruik van kunstmest, pesticiden en andere stoffen die niet in de natuur zelf voorkomen (dus synthetisch) is voor biologische wijnboeren verboden. Overmatig gebruik van deze stoffen verschraalt het ondergrondse leven en bedreigt de biodiversiteit in en rond de wijngaard. Biologische wijnbouwers dragen het herstel van de natuurlijke ecologisch evenwichten hoog in het vaandel. Schimmels, ongedierte en ongewenste gewassen worden daardoor meer beheersbaar of men gaat ze in het slechtste geval te lijf met middelen die in de natuur zelf zijn te vinden. Genetische manipulatie van wijnstokken of gisten is uit den boze. Een biologische wijnboer respecteert strikte regels om een wettelijk erkend biolabel te verwerven en te behouden.

Biologisch in de Europese wijnbouw sloeg voor 2012 enkel op het telen van de druif en niet op het vinificatieproces (‘wijn geproduceerd met biologische druiven’). Het Europese parlement kwam voor een wetgeving rond biowijn maar moeilijk tot een consensus. De discussie ging vooral over het maximale toegelaten sulfietgehalte. Dit werd uiteindelijk 100 mg/l voor rood en 150 mg/l voor wit en rosé (telkens 50 mg/l minder in vergelijking met conventionele wijn). Wijnbouwers die in hun cave met minimale interventie werken, vinden deze sulfietgehaltes nog zeer hoog. De meeste additieven voor conventionele wijn blijven toegelaten voor biologische wijn: tannine, zuren, houtblokjes- of planken, Arabische gom, kweekgisten, enzymen, malolactische bacteriën ... De oogst van 2012 zorgde voor de eerste gecertificeerde biowijnen. Wijn die na 31 juli 2012 geproduceerd en gelabeld is, mag niet langer ‘wijn geproduceerd met biologische druiven’ heten. 

Sommige privé-labels zoals Nature en Progrès, Demeter en Biodyvin stelden al langer voorwaarden voor het vinificatieproces. Ze beperken de additieven in de cave, limiteren het sulfietgebruik en eisen het gebruik van natuurlijke gisten. Alleen: je moet het als consument maar weten wat die labels allemaal betekenen…

Enthousiasme voor biologische wijnbouw maar ook kritiek

Meer en meer kleine wijndomeinen schakelen enthousiast over op biologisch boeren. Bio sluit aan bij hun wijnmakersfilosofie en het werken in de wijngaard wordt gezonder. Ook grote wijnbedrijven zien hun voordeel in de overschakeling op bio. De productie van druiven zonder synthetische materialen bespaart hen geld en bio zit in de lift als marketingstrategie. Hier schuilen trouwens wat addertjes onder het biologische gras. Onder de huidige Europese wetgeving dienen de bedrijven in principe weinig te veranderen aan hun grootschalige technologische vinificatiemethoden. De contractuele wijnbouwers die hen biologisch geteelde druiven verkopen, krijgen vaak te weinig loon naar werken.

Anderzijds moet men niet steeds kwaad spreken over grootschalige wijnindustrie. Deze industrie heeft ook gezorgd voor een democratisering van de wijn. Grote hoeveelheden goedkope en lekkere wijn werden toegankelijk voor alle lagen voor de bevolking. Sommige van de duurste en beste wijnen ter wereld worden industrieel vervaardigd, met industriële gisten en met de modernste technologie.

Wijn van biologisch geteelde druiven is natuurvriendelijk

Wijn van biologische druiven kan industrieel zijn, de productie van de druiven is natuurvriendelijker. De wijngaarden van biologische en biodynamische wijnbouw bevatten meer organisch leven dan andere wijngaarden en de planten zijn gewoon gezonder. Biologische wijn kan in principe heel wat chemische additieven bevatten maar meestal is dat vergeleken met andere wijnen minder. Onderzoek bevestigt trouwens dat er nauwelijks sporen van pesticiden in bioflessen zitten. Bij conventionele wijnen is dat anders, al worden wettelijke drempels zelden overgeschreven.

Vele overtuigde wijnbouwers trekken het biologische gedachtegoed onversaagd door naar hun werk in de wijnkelder. Het fruit zo puur mogelijk in de fles krijgen, dat is hun handelsmerk, met een minimum aan interventies of chemische additieven. Het verlagen van het sulfietgebruik tot het strikt noodzakelijke is voor hen belangrijk. Sulfiet is in principe geen natuurvreemd product maar in hoge hoeveelheden kan het schadelijk zijn voor de gezondheid. Twintig procent van de mensen met astma heeft er last van. Sulfiet zorgt niet voor hoofdpijn, in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen.

De filosofie van de natuurlijke wijnen

De beweging van de natuurlijke wijn met als grondlegger wijnbouwer Jules Chauvet uit Beaujolais stelt de technologische ontwikkelingen in de wijnbouw nog radicaler in vraag. Natuurlijke wijnbouwers werken niet alleen met biologisch of biodynamische geteelde druiven, ze schuwen tijdens de vinificatie omzeggens alle additieven. Alleen endogene gisten worden op de druiven toegelaten. Een lepeltje suiker bij de most of een snuifje sulfiet bij de botteling in moeilijke wijnjaren is geen hoofdzonde maar de hardnekkigen proberen het jaar in, jaar uit toch zonder. Natuurlijke wijnbouwers hebben geen officiële certificaten en missen een exacte definitie van wat natuurlijke wijnbouw precies is. Duidelijker is waar deze wijnbouwersbeweging zich van afzet: technische, identiteitsloze en uniforme wijn die eender waar vandaan zou kunnen komen, eenheidsworst zonder fouten en zonder ziel.

De ongerepte puurheid van het fruit

Natuurlijke wijnbouwers willen op een radicale manier terugkeren naar de ongerepte puurheid van het fruit en de wijngaard. Ze laten de natuur haar werk doen in de wijnkelder, interventies worden beperkt tot het minimum minimorum. De wijnen maken bij wijze van spreken zichzelf. In de fles zit gegist druivensap, een natuurlijk product met natuurlijke smaken, niets meer en niets minder. In tegenstelling tot wijnen waaraan technologisch veel gesleuteld is, willen natuurlijke wijnen iets uitdrukken van hun oorsprongsplaats, het terroir, waar ze werden gemaakt. Nieuwe houten vaten die smaken afgeven zoals vanille of koffie, worden in de opvoeding van de wijn vermeden of sterk beperkt. Natuurlijke wijnboeren keren terug naar oeroude wijnbouwerstradities en hun wijnen bieden daarom een ideale gelegenheid om de technologische revolutie in de wijnbouw te evalueren.

Maar eerst dit om mogelijke verwarring bij de lezer te voorkomen. In biokringen wordt goede of eerlijke wijn vaak omschreven als een natuurproduct, een voedingswaar vol pure en natuurlijke smaken. Maar is wijn wel een natuurlijk product? En wat zijn natuurlijke wijnsmaken?

Is wijn een natuurlijk product met natuurlijke smaken?

Appels en sinaasappels zijn natuurproducten. Hun zuivere en natuurlijke smaken proef je in vers fruitsap. Maar wat zijn natuurlijke smaken als het over wijn gaat? Wijn smaakt zelden naar druiven. Veel vaker zijn geuren van appels, peren, kruisbessen, zwarte bessen of pruimen waar te nemen. Als wijnbouwers streven naar een natuurlijke smaak in hun wijn, dan is het niet de smaak van de druiven die ze hartstochtelijk verlangen. Wijn smaakt natuurlijk omdat het aroma ons doet denken aan het sap van gezonde vruchten of aan de verleidelijke geur van pasgeplukte bloemen. Wijn is geen fruitsap, noch een bloemenextract. In de lyrische taal van wijnbouwers en wijnschrijvers worden deze producten vaak met elkaar verward. De algemeen aanvaarde visie dat de fruitige aroma’s van de wijn rechtstreeks afkomstig zijn van de druif is maar één voorbeeld van deze verwarring.  

Wijn is in de vrije natuur moeilijk te vinden. Wilde gisten lusten het suikerige druivensap maar al te graag maar de licht alcoholische en azijnachtige smurrie die ze achterlaten, is allesbehalve wijn te noemen. Echte wijn ontstond pas op het moment dat de mens methoden vond om de gisting in gewenste banen te leiden. De wonderlijke smaken van wijn ontstaan niet in de druif maar in de gistingskuip en liefst onder gecontroleerde omstandigheden. Gisten zetten niet alleen suiker om in alcohol, ze zorgen in de interactie met de smaakprecursoren van de druif –dat zijn de geurloze voorlopers van aromastoffen- ook voor de primaire aroma’s van de wijn. Ik heb het over fruit, bloemen, kruiden en zelfs mineraliteit. Hoe een wijn smaakt, is sterk afhankelijk van de omstandigheden die de mens rond de gisting creëert, zoals de kwaliteit van het gistingsvat, de hygiëne in de wijnkelder en de controle van de fermentatietemperatuur. Wijn is een product van de mens en strikt genomen dus steeds een industrieel product.

De bijzondere smaak van natuurlijke wijnen

De naam natuurlijke wijnbouw is niet te best gekozen, al liggen betere alternatieven niet voor de hand (artisanale wijn?). Wijn is geen natuurproduct en wijn slaat nauwelijks natuurlijke smaken op. Maar misschien smaken natuurlijke wijnen wel natuurlijker dan meer conventionele wijnen? Het is geen geheim dat sommige natuurlijke wijnen een beetje speciaal smaken. De eerste kennismaking met het natuurlijke vocht is voor vele ongetrainde wijndrinkers geen verlichtende ervaring. De verse en ongedwongen aroma’s van sappig fruit stuiven werkelijk het glas uit, daarin doet de natuurlijke wijn zijn naam alle eer aan. De wijnen hebben een mooie fraîcheur, zijn sappig en blijven lang in de mond nagalmen.

Maar tegelijk en vaker dan gewenst kan de gevoelige wijnliefhebbersneus overweldigd worden door penetrante geuren die herinneringen oproepen aan nagellak, vernis of lijm. Deze synthetische aroma’s worden soms aangevuld met wijnazijn, biergist, zweet en paardenstal. Inderdaad, dat zijn al meer natuurlijke geuren maar daarom niet onverdeeld aangenaam. Ook de oxidatieve, sherry-achtige geuren van overrijpe of bruin geworden appel, oude karamel en noten spreken bij gewone wijndrinkers weinig tot de verbeelding. Sommige natuurlijke wijnen zijn heerlijk maar dat is, tenminste voor mij, alleen het geval als de opgenoemde aroma’s afwezig zijn of discreet op de achtergrond blijven. 

Natuurlijke wijnen zijn controversieel

Natuurlijke wijnen zijn controversieel, dat kan men na deze proefnotities best begrijpen. Deze wijnen zijn inderdaad het tegendeel van gestandaardiseerde wijnen of wijnen met conventionele smaken. Een groeiend maar nog steeds klein publiek van wijndrinkers vindt natuurlijke wijnen ongemeen smakelijk, complex en uiterst goed verteerbaar. Trouwe adepten verdedigen hun smaakoordeel met de opvatting dat mensen de natuurlijke smaken van artisanaal gemaakte wijn niet meer kennen. Het volk is ten prooi is gevallen aan industriële smaakvervlakking, de natuurlijke wijn zal hen daaruit redden. Echte wijn is natuurlijke wijn, anarchistische wijn die zich niet laat binden, volfruitige wijn met een reukje.

Op weg naar wijnen die zowel natuurvriendelijk zijn als lekker

De eerste biologische wijnen die in de jaren 80 op de markt kwamen, hadden een wat muffe, animale geur. Nu weten we dat dit niet een typisch biologische smaak was, maar wel het gevolg van kwalijke gisten (brettanomyces) en melkzuurbacteriën. Dit euvel is nu door verscherpte hygiënische maatregelen en vinificatiekennis grotendeels verholpen. Natuurlijke wijnen lijken deze geschiedenis te herhalen. Het staat vast dat de scherpe synthetische geuren en de sherry-aroma’s van natuurlijke wijn te maken hebben met bijproducten van oxidatie (acetaldehyden, azijnzuur en ethylacetaat). Sherry of vin jaune hebben deze oxidatieve tonen ook, maar dan wel bewust en op een veel fijnere manier.

Kerngezonde druiven, natuurlijke gisten en minder additieven in de kelder, dat kan ongetwijfeld tot zeer interessante en karaktervolle wijnen leiden. Maar het systematisch afzweren van sulfiet is een minder goed idee. Sulfiet werkt in de cave antibacterieel en anti-oxiderend, in de fles onderdrukt het ook nog eens de sherrygeuren. Overdreven gebruik is nefast voor het aromapallet van een wijn, maar een doordacht gebruik leidt tot zuiverder en niet per se tot ongezonde wijnen. Natuurlijke smaken van vers fruit zijn zuiver en is het niet precies dat wat natuurlijke wijnbouwers beogen? Dat een beetje oxidatie en sommige infecties de wijn ook complexiteit kunnen geven, dat valt niet te betwisten. Maar te vaak is het teveel van het goede.

Meer gematigde reacties tegen misbruik van biotechnologische middelen

Is het nodig om alle wetenschappelijke inzichten en technologische ontwikkelingen overboord te gooien en terug te keren naar de zogezegd authentieke wijnen van vroeger? Veel wijnbouwers en wijndrinkers vinden van niet. De oenologie heeft ervoor gezorgd dat de meeste fouten en onzuiverheden in wijn verdwenen zijn. Wellicht werd er teveel aandacht besteed aan de bestrijding van anomalieën en te weinig belang gehecht aan het versterken van positieve kwaliteiten of karaktereigenschappen. Maar dat technologie misbruikt wordt voor commerciële doeleinden, betekent nog niet dat technologie zelf de oorzaak is van alle verderf.

Biologische en natuurlijke wijnen zijn sterke reacties op mistoestanden in de wijnbouw. Ze hebben maatschappelijk een pedagogische en ethische betekenis. Nogal wat wijnbouwers zoeken echter een tussenpositie. Ze werken biologisch maar als de nood het hoogst is en een deel van hun oogst of wijn dreigt verloren te gaan, durven ze ook naar hulpmiddelen te grijpen. Tenslotte is er ook de economische realiteit dat wijnbouwers van hun wijnbouw moeten leven. Door het lagere risico op schimmel is het biologisch boeren in warme en droge streken trouwens een stuk eenvoudiger dan in frisse en vochtige streken. Sommige biolabels laten corrigerende interventies toe in noodsituaties maar die certificaten houden voor een aantal wijnbouwers gewoon bijkomende kopzorgen en administratief werk in (naast de omslachtige appellatieboekhouding). Potentiële marketingvoordelen van biologisch werken kunnen hen in bepaalde gevallen alsnog over de streep trekken.

Kopersulfaat, genetische manipulatie of toch synthetische pesticiden?

Officiële Franse certificaten zoals Agriculture Raisonnée of labels van privé-organisaties zoals Terra Vitis zijn gematigder in hun eisen. Hun programma’s overlappen met de lastenboeken van de besproken biostrekkingen met dat verschil dat ze een verantwoord gebruik van biotechnologie toelaten. Deze organisaties houden (net zoals een aantal biolabels) rekening met ecologische inzichten in preventie en behandeling van wijngaardziektes, met sociale aspecten van wijnbouw en met het duurzame gebruik van onze natuurlijke middelen. De genuanceerde standpunten van deze organisaties zijn minder hip en ze krijgen van biohardliners de kritiek ontoereikend en halfslachtig te zijn.

De discussie wordt vooral hevig wanneer het gaat over de hedendaagse experimenten met genetische manipulatie. Het doel is om wijnstokken resistent te maken tegen virussen en schimmels. De onderzoekers schuiven genetische manipulatie naar voor als een natuurvriendelijker alternatief voor chemische oplossingen met koper in de bestrijding van schimmelziektes zoals meeldauw. Kopersulfaat wordt in de biologische en biodynamische wijnbouw toegestaan ondanks het feit dat koper een zeer giftige stof is die zich in de bodem ophoopt. Het is niet omdat stoffen zoals koper natuurlijk zijn, dat ze gezond zijn. Trouwens: als synthetische pesticiden minder schadelijk voor de natuur blijken te zijn dan koperpreparaten, waarom ze dan niet als alternatief gebruiken? De basispremissen van de biologische wijnbouw, geen synthetische middelen noch genetische manipulatie, maken bovenstaande discussies principieel onmogelijk. En dat is jammer.

Biodynamische wijnbouw op zoek naar een diepere verbondenheid met de natuur

De biologische en natuurlijke bewegingen binnen de wijnbouw appelleren aan een verlangen naar een diepere verbondenheid met de natuur. Gevangen in een web van technologie en materialisme hunkert de moderne mens naar nieuwe vormen van spiritualiteit. Het boeit mensen als wijnbouwers vertellen dat ze aandachtig luisteren naar hun druivenstokken of het terroir van hun streek doorheen hun wijnen laten spreken. De verbondenheid met de natuur staat bij biodynamische wijnbouw centraal. Naast de courante biologische praktijken, stemmen deze wijnbouwers hun activiteiten af op de stand van de planeten en de kosmologische krachten die daarmee verbonden zijn. Ze maken wijngaardpreparaten door koemest te begraven in horens. Koehorens zijn volgens Steiner, de grondlegger van het biodynamische denken en trouwens ook van het Steineronderwijs, belangrijk ‘om de krachten van het leven en de astrale krachten terug te stralen naar het inwendige leven.’ De biodynamici helen de natuur door het verspreiden van homeopathische hoeveelheden natuurpreparaten over de wijngaarden.

Verhalen die vloeken met wetenschappelijke inzichten

Biodynamische opvattingen of technieken zijn wetenschappelijk niet te onderbouwen. Biodynamische wijnbouw is dan ook geen wetenschap. Het discours is een voor het moderne oor interessante mengeling van kosmologie, natuurreligie en New Age overgoten met een pseudowetenschappelijk sausje. Het biodynamische verhaal is rijk aan spiritualiteit, commercieel interessant en het verspreidt zich over de meest beroemde wijndomeinen van de wereld. De wijnen zijn vaak fantastisch en de wijngaarden blaken van gezondheid. De biodynamische wijnbouw kent inhoudelijk een verwantschap met andere culturele verhalen waarin wijn en wijnbouw symbolen zijn van verbondenheid met het Hogere, bijvoorbeeld de Griekse Dionysuscultuur of het Christendom. Verhalen zoals het scheppingsverhaal vloeken met wetenschappelijke inzichten, maar hun spirituele waarde is daarom niet minder.

Conclusies?

Biologische, biodynamische en natuurlijke wijnen betekenen duidelijk een verrijking van ons wijnlandschap. Deze wijnbouwers maken de consument niet alleen bewust van de ecologische problemen van bepaalde vormen van wijnbouw, ze protesteren ook tegen de smaakvervlakking die zich in de wijnwereld, net als in andere voedingssectoren, aan het voltrekken is. Salami in plastiek pakjes is iets anders dan een salami die ambachtelijk gemaakt is. Diversiteit, lokale traditie en identiteit zijn de verfrissende codewoorden van de groene stromingen. Dit staat haaks op de coca cola-uniformiteit en de fast food-vervlakking die de industrialisatie en de globalisatie met zich hebben meegebracht.

De valkuil van de biologische, biodynamische en natuurlijke wijnbouw is dat men een bepaald type wijn als de enige echte wijn naar voor gaat schuiven, de authentieke wijn die boven alle andere wijnen staat. Het gevaar bestaat dat zich op die manier een ideologie ontwikkelt waarbinnen kritisch proeven of denken niet meer mag bestaan omdat het ervaren wordt als een soort ontrouw aan de Beweging. Het maken van wijn zonder chemische of technologische hulpmiddelen houdt risico’s in en daarover mag de consument correct geïnformeerd worden. Drinken van een artisanale natuurlijke wijn met een bijzondere sappigheid of drinken van een aristocratische Bordeaux of Champagne waaraan met de modernste middelen is gesleuteld, dat is een persoonlijke keuze. De ene wijn is niet authentieker of echter dan de andere. Het zijn beide kwaliteitswijnen maar ze ontspruiten uit een andere traditie of een andere wijnbouwfilosofie. Lang leve de diversiteit!

BRONNEN:

Daniëls, L. (2011). Wijnaroma’s en hun herkomst. Deel 1: de primaire aroma’s. Perswijn, 24(3), 26-28.

Goode, J. (2005). The science of wine. From vine to glass. University of California Press: Berkeley-Los Angeles.

Malnic, E., Lepré, G. & Pétrus, A. (2009). Le nouveau guide de vins bio. 2010-2011. Paris : Sang de la Terre.

Moisseeff, M., & Casamayor P. (2006). Les Livrets des vins. Arômes du vin. Hachette Livre.

van Leeuwen, K. (2008). Pesticiden in wijn. Perswijn, 21(5), 51-52.

Verheyden, F., Morrison, F. & Echtensperger, R. (2011). Wijn – De basis van wijn. Roeselare: Roularta Books.